Bestemming
Praktisch
Het zal je niet verbazen dat er maar weinig planten groeien op Antarctica. Alleen enkele mossoorten en korstmossen zijn bestand tegen de extreme weersomstandigheden.
Ze groeien heel langzaam en zijn heel kwetsbaar. Toch kunnen ze heel oud worden: zomaar enkele honderden jaren. Op die manier zijn voetsporen jaren later nog terug te vinden.
Pinguïns en walvissen
Ook het aantal diersoorten op Antarctica is beperkt. Maar de soorten die er zijn, komen vaak in grote hoeveelheden voor. De bekendste inwoner van Antarctica, de pinguïn, is daar een goed voorbeeld van. Pinguïns scholen samen in kolonies van soms wel meer dan 100.000 dieren. De blauwe vinvis, ’s werelds grootste walvis, komt niet in zulke grote groepen voor, maar struint de Antarctische zee af op zoek naar krill. Andere walvissoorten, zoals de bultrug en de orka, komen weer wel in groepen voor. Je herkent ze vrij makkelijk aan hun staart, spuitwolk of rugvin. Ze komen regelmatig zo dicht bij het schip dat je ze vanaf het dek kunt fotograferen, dwars door het heldere poolwater heen.
Andere dieren op Antarctica
Het dierenrijk van Antarctica is vooral zo rijk dankzij een minuscuul plantje: plankton. Dit kleine waterplantje is de voedselbron voor planktonkreeftjes (krill). Krill wordt dan weer gegeten door pinguïns, zeehonden, vissen, walvissen, robben en zeevogels. Albatrossen, stormvogels, skua’s, ijshoenders en arctische sterns zijn maar een kleine greep uit het rijke vogelleven van Antarctica. De snelste jager en daarmee de ongekroonde koning van Antarctica is de zeeluipaard. Er valt dus genoeg te zien tijdens je reis naar Antarctica!