IJsland: het woeste binnenland

Vanaf Schiphol vlieg je ’s middags naar Keflavík, de internationale luchthaven in het zuidwesten van IJsland. Je 4WD auto staat klaar op het vliegveld, waarna je naar de omgeving van Borgarnes rijdt, vlakbij het dal van Reykholt, waar je de eerste overnachting van de IJsland rondreis hebt.

Je start in het Reykholtsdal bij Deildartunguhver, IJslands grootste hete bron, met 200 liter kokend water per seconde. Ontdek hoe de grond borrelt en spuit! Er is hier ook een bad dat je kunt bezoeken: Krauma. Verder in het dal is de Hraunfossar waterval en Husafell, waar je koffie kunt drinken. Je hebt uitzicht op gletsjers, zoals de Langjökull en de Eiriksjökull. Dan ga je over de eerste binnenlandroute van deze reis, de Kaldidalur. Het is één van de vier vroegere hooglandroutes van IJsland. Dit is de kortste van de vier en de route brengt je naar Thingvellir Nationaal Park. Je rijdt door naar het bekende hete bronnen gebied Geysir met de geiser Strokkur. IJslands beroemdste waterval Gullfoss ligt tien kilometer verderop. De overnachting is in de omgeving Gouden Cirkel.

Vandaag rijd je naar Noord-IJsland via de oude paardenroute Kjölur, die in het verleden veelvuldig gebruikt werd om IJsland dwars door te steken. De route is tegenwoordig volledig overbrugd. Onderweg moet je beslist het beschermde hete bronnen gebied van Hveravellir bezoeken. Je vindt hier een verscheidenheid aan hete bronnen en kunt ook zelf een heerlijk bad nemen. Je overnacht in de omgeving van Varmahlíd. Bij Varmahlíd kun je de museumboerderij van Glaumbaer bezichtigen.

In Akureyri zijn een aantal musea, een mooie botanische tuin en de hooggelegen, avant-gardistische kerk met bijzondere glas-in-loodramen. In de leuke winkelstraat kun je een kopje koffie drinken in een trendy café of bij de boekhandel. Je rijdt naar de Godafoss, een imponerende krachtige waterval, zoals je er nog meer zult zien op IJsland. Het is mogelijk om daarvandaan naar Húsavík te gaan. Hier kan je een walvisexcursie maken. Vervolgens zak je af naar het vulkanische Mývatn gebied. ’s Middags en ’s avonds (het is lang licht) heb je tijd om een eerste indruk te krijgen. Je overnacht twee nachten in de omgeving van Mývatn, Laugar of Húsavík.

Vandaag heb je de hele dag voor het Mývatn gebied. Je kunt een halve dagwandeling maken door het lava-labyrinth Dimmuborgir, naar de Hverfjall (een explosiekrater) en de Grotagjá (een grot met warm water). Een andere halve dagtocht is een bezoek aan het gebied rond de Krafla. Dit is een vulkanisch gebied, met lava en kraters, dat onder andere in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw nog actief was. Overal komt er stoom uit de grond en ruikt het naar zwavel. Je kan dit combineren met een bezoekje aan het geothermische gebied Námaskard wat er vlakbij ligt). Als je wilt ontspannen raden we het Mývatn Nature Bath aan. Dit is een mineraalrijk bad, net als de Blue Lagoon.

Dit wordt een lange maar fantastische rijdag. Je rijdt van Noord- naar Zuid-IJsland, via de mooiste en tevens langste binnenlandroute: Sprengisandur. Voordat je begint aan de route is het verstandig om ervoor te zorgen dat je de auto voltankt en wat eten en drinken inkoopt. Je komt namelijk onderweg geen benzinestations en winkels tegen. In het noordelijk deel van de route stop je natuurlijk bij de Aldeyarfoss, een woeste waterval, omgeven met mooie basaltzuilen. Vervolgens is het de gigantische uitgestrektheid die veel indruk maakt. Het laatste deel van de route gaat tussen de gletsjers Hofsjökull en Vatnajökull door. Hier moet je een paar rivieren doorsteken. Je overnacht aan het einde van de route. Er zijn niet veel overnachtingsmogelijkheden hier, waardoor er de mogelijkheid bestaat dat je morgen wat kilometers extra moet rijden.

Het berggebied van Landmannalaugar kent iedereen van foto’s. Het is dan ook een zeer bijzonder (wandel)gebied met prachtig gekleurde rhyolietbergen. Vergeet niet om een bad te nemen in de warme beek van Landmannalaugar. Vervolgens rijd je via de spectaculaire vuurkloof Eldgjá, met prachtige waterval, weer naar de ringweg van IJsland. Vraag voor vertrek bij de accommodatie na wat de waterstand van de rivier is op dat moment. Dit is voor je eigen veiligheid bij het doorsteken van deze rivier. Een klein eindje naar het oosten ligt het dorp Kirkjubaejarklaustur. Bij Kirkjubaejarklaustur zijn een paar wandelingen uitgezet, met een fantastisch uitzicht op de vlakte en de ijskap Vatnajökull. Hier overnacht je of iets meer richting Skaftafell.

Vandaag is er tijd om de omgeving te bekijken. Natuurlijk rijd je naar het beroemde gletsjermeer Jökulsárlón, waarin tal van ijsbergen in de meest wonderlijke vormen ronddrijven. Je kunt hier met een zodiac of amfibievoertuig het water opgaan of een eind langs het meer lopen. Het is ook mogelijk om een kajaktocht maken met een kleine groep over een onbekend en goed verstopt ijsbergenmeer. Een zeer bijzondere ervaring om de ijsbergen van zo dichtbij te bekijken. Een andere optionele excursie is naar het eilandje Ingólfshöfdi, dat het exclusieve domein is van papegaaiduikers en andere zeevogels. Veel mensen vinden de excursie naar Ingólfshöfdi de leukste excursie van IJsland! Als je voldoende tijd hebt, kun je nog een wandeling maken in Nationaal Park Skaftafell. Dit is een ideaal, bloemrijk gebied met veel gemarkeerde paden (wandelingen van 1 tot 8 uur). Je kunt o.a. naar de waterval Svartifoss lopen, de oude boerderij Sel met grasdak of verder omhoog. Er is een mooi uitzicht op de gletsjertongen en op de spoelzandvlaktes aan de zuidkust. Tot slot rijd je over de ringweg weer naar de accommodatie in de omgeving van Kirkjubaejarklaustur/Skaftafell.

De laatste etappe van de IJsland rondreis naar Reykjavík zal niet spectaculair zijn qua rijden met een 4WD auto, maar er zijn zeker een aantal bezienswaardigheden die je niet mag missen. Vóór Vík rijd je over een spoelzandvlakte, gevormd door de Katla, een vulkaan die schuil gaat onder de Mýrdalsjökull ijskap. Deze is verbonden met de Eyjafjallajökull, die in 2010 bekend is geworden door de grote vulkaanuitbarsting. In de omgeving van Vík liggen een aantal vogelrotsen, waarbij je Dyrhólaey zeker niet mag overslaan. Tot begin augustus nestelen hier papegaaiduikers (van mei tot circa 20 juni is het gebied beperkt geopend i.v.m. het broedseizoen). Vervolgens bezoek je de hoge waterval Skógafoss, als je naar boven loopt is het aan te raden even door te lopen het binnenland in, waar je nog meer watervallen ziet en minder bezoekers. De Seljalandsfoss ligt vlak naast de ringweg en hier kan je achterlangs lopen. Vandaag eindig je in de hoofdstad Reykjavík.

Je neemt afscheid van IJsland. Je rijdt met je auto naar de luchthaven. Je levert de auto in op het vliegveld en vliegt terug naar Nederland.