Beleef de Faeröer in de winter

Bij aankomst op de Faeröer haal je de huurauto op bij het vliegveld. Afhankelijk van het vluchtschema heb je vandaag al tijd om het eiland Vágar te ontdekken. Begin met een bezoek aan het kleine dorpje Gásadalur aan. Hiervandaan kun je, afhankelijk van het weer en eventuele sneeuw, over gemarkeerde natuurpaden wandelen en genieten van het indrukwekkende uitzicht over Tindhólmur. Mis ook de prachtige Múlafossur waterval niet, waarvan het water in de oceaan stort. Je verblijft de eerste nacht in Vágar. 

Voordat je het eiland Vágar verlaat, raden we je aan om naar de klif Traelanípa te wandelen. Niet te dicht langs de rand lopen, zeker niet als het hard waait. De route langs het meer Leitisvatn is makkelijk te lopen en spectaculair mooi. Bovendien kom je bij de indrukwekkende Bøsdalafossur waterval.
Via een tunnel onder zee door rijd je van het eiland Vágar naar het eiland Streymoy. Ga verder naar het dorp Tjørnuvík, omgeven door steile bergen. Hier zie je de indrukwekkende rotsformaties Risin og Kellingin, waar een mythisch verhaal bij hoort. Uiteindelijk steek je de brug over die de eilanden Streymoy en Eysturoy met elkaar verbindt en rijd naar je accommodatie op Eysturoy. In de plaats Runavík verblijf je twee nachten.

Bezoek zeker het schilderachtige dorpje Gjógv, dat bekend staat om zijn natuurlijke haven en het uitzicht op het eiland Kalsoy. Als het weer meezit vlei je je op 'kroonprinses Mary's bank' om over zee te turen en naar de ruige kust. Op de heen- of terug weg stop je op de Gjáarskard bergpas. Hier kun je een korte wandeling maken naar het uitkijkpunt Hvíthamar. Vervolgens is een bezoek aan het kleine dorp Funningur, dat bekend is om de kerk met grasdak, een must. Je maakt hier de mooiste foto's!

Je rijdt naar Leirvík om daar via de onderzeese tunnel naar Klaksvík te gaan. De tunnel heeft prachtige, beschilderde, glazen verlichting. Dit is het werk van de Faeroerse kunstenaar Tróndur Patursson. Klaksvík is een van de grotere plaatsen van de Faeröer en hier is onder andere ook de brouwerij Føroya Bjór gevestigd. Vanuit Klaksvík kun je naar de top van Klakkur wandelen of als het onstuimig weer is, in ieder geval een stukje de berg op. Je hebt uitzicht hebt op de eilanden Kalsoy, Kunoy en op Klaksvík zelf. Vandaag kun je de noordelijke eilanden verkennen, door bijvoorbeeld het dorp Kunoy op het eiland Kunoy te bezoeken en het meest noordelijke dorp van de Faeröer, Vidareidi, op het eiland Viðoy. Je bent er zo. 
Je verblijft twee nachten in Klaksvík. 

Je kunt de noordelijke eilanden verder verkennen óf  je neemt de veerboot vanuit Klaksvík naar het langgerekte eiland Kalsoy. De twaalf kilometer lange weg over Kalsoy heeft vier tunnels en verbindt de vier dorpen op het eiland met elkaar. Maak een stop bij het dorp Mikladalur. Aan de oceaan kun je hier het beeld van de 'sealwoman' zien, dat doet denken aan de zeemeermin van Kopenhagen. Trøllanes is het meest noordelijke dorp.
Afhankelijk van het seizoen en weer kun je een wandeling maken van Trøllanes naar de vuurtoren Kallin. In de wintermaanden is het alleen mogelijk onder begeleiding van een gids. Dit heeft zeker meerwaarde, omdat je gelijk veel informatie over het leven op de Faeröer krijgt. Deze excursie moet je van te voren reserveren. Aan het einde van de dag keer je weer terug naar Klaksvík.

Je gaat op weg naar de hoofdstad van de Faeröer, Tórshavn. Onderweg zijn er nog wel stops mogelijk. Bezoek bijvoorbeeld de rinkusteinar, de wiegende stenen, bij Oyndarfjørður. Op het eerste gezicht is er niets bijzonders te zien, maar als je beter kijkt zie je dat ze constant in beweging zijn en heen en weer schommelen op het ritme van de golven, met de getijden van de zee. Heerlijk rustgevend. Dan rijd je door de onderzeese tunnel (met een rotonde!) naar het eiland Streymoy en Tórshavn.
In Tórshavn zijn verschillende musea, leuke winkels en horeca. Hier kun je vandaag of morgen rondwandelen. Een alternatief voor een halve dag is een bezoek aan Kirkjubøur, iets ten zuiden van Tórshavn gelegen aan de kust. Historisch gezien is het bijzonder interessant omdat het één van de eerste bewoonde plaatsen van de Faeröer eilanden is. Er staan verschillende oude gebouwen, waaronder een niet-afgebouwde kathedraal, de St. Olavs kerk en huizen met grasdaken. Je hebt hier ook kans om jan-van-genten hun duikvluchten zien maken.
De komende twee nachten verblijf je in Tórshavn.

In Tórshavn wonen ongeveer 20.000 mensen. Het is leuk om hier rond te wandelen en de cultuur op te snuiven. Er is een mooie haven en het is aan te raden om langs de kades en schepen te lopen. In het oude centrum, Tinganes, staan veel 17e-en 18e-eeuwse pakhuizen. Deze gebouwen zijn gerestaureerd en worden tegenwoordig gebruikt door verschillende regerings- en overheidsdiensten. Het voormalige fort Skansin ligt ten oosten van de haven. Het fort kijkt over de gehele omgeving uit. Er staat een vuurtoren, een Brits kanon uit de Tweede Wereldoorlog en enkele historische Deense kanonnen. Breng zeker een bezoek aan een van de musea in Tórshavn. Het Nationaal Kunstmuseum bevelen wij aan en op de route er naar toe zie je al mooie kunstobjecten en beelden langs het riviertje staan. De dag kun je onderbreken of afsluiten in een van de cafés of restaurants. 

Vandaag rijd je naar Vagar. De huurauto lever je in op de luchthaven, voor de terugvlucht.