6 Tips voor het doorstaan van het opmerkelijke verkeer in Zuid-Afrika

Al mijn andere nachtmerries bleken totaal ongegrond. Zuid-Afrika is een fantastisch land. Qua natuurschoon, qua inwoners, maar zeker ook om zelf te rijden. De wegen zijn bijvoorbeeld best goed: op wat potholes (gaten in de weg) na, zijn ze vergelijkbaar met die in sommige Zuid-Europese landen. Hoef je dan helemaal nergens aan te wennen? Toch wel. Daarom hieronder mijn zes tips.

Tip 1: Rijd niet rechts
Beetje een inkopper dit, maar je zult niet de eerste zijn die slaperig het vliegtuig uitrolt en al bij het verlaten van het vliegveld een rotonde réchtsom neemt in plaats van linksom. En neem van mij aan: spookrijden op een drukke rotonde loopt doorgaans heel rommelig af.

Tip 2: Huur een degelijke auto
Een niet te onderschatten tip die natuurlijk voor veel bestemmingen geldt. En hoewel ik me hier wel degelijk van bewust was, liet ik me tóch verleiden tot het huren van een instapmodelletje. Het ding had godzijdank een airco, maar aan verdere luxe ontbrak het volledig. Nu was ik als student wel wat gewend - dus daar lag ik niet wakker van - maar de technische staat baarde me wél zorgen. Zodra ik een beetje snelheid maakte begon het motortje namelijk een onbeschrijflijke herrie te produceren. En hoewel de gemiddelde grasmaaier meer pk’s had, lag dat niet zo zeer aan het vermogen als wel aan gebrekkig onderhoud: ons autootje had duidelijk al heel lang geen garage van binnen gezien. Het gevolg was dat hij de grootst mogelijke moeite had om ons de heuvel op te sleuren. “Ach, aan die herrie wen je vanzelf”, hoor ik mezelf nog zeggen. Drie weken en bijna 3000 kilometer verder was ik daar wel van terug gekomen. Dit. Nooit. Meer.

Tip 3: Zorg voor een goede navigator (of beter nog: een navigatiesysteem)
Het laatste wat je op vakantie wil is een knallende ruzie over ‘gemiste bordjes’. Ga je toch voor de ouderwetse manier van je route bepalen? Houd de communicatie dan helder. Zinnen als “volgens mij gaat dit niet goed, hoor” doen de sfeer aan boord geen goed. En dat is een understatement. Schrale troost: urenlang in stilte door de ‘outback’ rijden heeft ook zo z’n charme.

Tip 4: Wees alert op mensen die langs de snelweg lopen
Zuid-Afrikanen hebben de vervelende neiging om ongezond dicht langs doorgaande- of snelwegen te lopen. Met hun boodschappen. En kinderen.  Toch klinkt dat enger dan het is; ook hier wen je snel aan.

Tip 5: Zorg dat je niet spookrijdt
Ook voor de hand liggend, zou je zeggen, ware het niet dat ik toch een keertje de fout ben ingegaan. Op een zeker moment draaide ik nietsvermoedend de snelweg op toen ik auto’s op me af zag komen rijden. Na een snelle analyse besefte ik dat dat twee dingen kon betekenen: óf die stoet met auto’s was aan het spookrijden óf ik. Aangezien ik me in een voor mij vreemd land bevond leek me optie twee voor de hand liggender. Voordat ik echter überhaupt over deze raadselachtige situatie kon nadenken, verzekerde mijn navigator me vanaf de bijrijdersstoel al dat we zonder twijfel een pijnlijke dood gingen sterven. Dat laatste deed ik liefst pas een jaar of 50 later (en bij voorkeur niet zo ver van huis) en dus keerde ik razendsnel om. Na het nodige geclaxonneer - dit soort manoeuvres kan ook in Zuid-Afrika op weinig waardering rekenen, weet ik nu - konden we onze weg gelukkig weer vervolgen. Toen een penibele situatie, nu een leuk verhaal. Zo zie je maar: elk nadeel heeft z’n voordeel.

Tip 6: Geniet!
Van het uitzicht. Van de aardige inwoners. Van dat gekke taaltje. Want alle gekheid op een stokje, Zuid-Afrika is gewoon een geweldig land. Of je nu houdt van ruige berglandschappen of witte stranden, van luxe restaurants of eenvoudige boboti-tentjes: Zuid-Afrika heeft het allemaal. Ik was er na drie weken nog lang niet uitgekeken, gewoon omdat het zo’n ontzettend veelzijdige bestemming is. Kortom: geniet. En reserveer een navigatiesysteem.